Tijdens de zwangerschap draait het kind in de baarmoeder en neemt verschillende liggingen aan. Aan het einde van de zwangerschap, vanaf 32 weken gaan de meeste baby’s met het hoofd naar beneden liggen om zich klaar te maken voor de geboorte. Hoe meer de baby groeit, hoe moeilijker het voor je baby wordt om te draaien, omdat de ruimte steeds kleiner wordt.
Tussen 35-36 weken zwangerschap maken wij een liggingsecho. Het doel van deze echo is het bepalen van de ligging van de baby. Als de baby tijdens deze echo met de billen beneden blijkt te liggen (stuitligging) kunnen we jullie voorlichting geven over het draaien van de baby (uitwendige versie) en indien gewenst hier een afspraak voor maken. Als de baby aan het eind van de zwangerschap niet met het hoofd naar beneden ligt, dragen wij de zorg over aan de gynaecoloog. Dit omdat er bij een stuitligging een hoger risico is op problemen bij het kind, Naast de ligging van de baby kijken we ook naar de hoeveelheid vruchtwater tijdens de liggingsecho.
De liggingsecho’s worden op wisselende dagen per week uitgevoerd en worden vaak gecombineerd met een reguliere controle. Het onderzoek met een controle duurt 30 minuten. De afspraak voor deze echo en controle wordt tijdens het spreekuur ingepland. De liggingsecho wordt vergoed vanuit de basisverzekering.
De verloskundigen die je bij de liggingsecho kunt zien zijn Gemma Molenkamp, Mariska Noordeloos en Iris Bruijns.