Wanneer de bevalling is begonnen komen wij (meerdere malen) thuis controleren hoe het gaat met jou en de baby. Verder beoordelen we hoever de bevalling is gevorderd door middel van in- en uitwendig onderzoek. Hiernaast bewaken wij de conditie van het kind door naar de harttonen te luisteren. We bespreken samen door of je thuis wilt bevallen of poliklinisch in het ziekenhuis.

De bevalling kan op 2 manieren beginnen: 

1. Het breken van de vliezen
   Maar 10% van de bevallingen begint met het breken van de vliezen. Hoe weet je dat je vruchtwater verliest? Je verliest vocht dat je niet kunt ophouden en het ruikt meestal zoet. Probeer wat vocht op te vangen in een bakje/zakje zodat wij de kleur kunnen beoordelen. Vaak zie je dan witte vlokken in het vruchtwater met soms wat roze slijm of een beetje bloed.
2. Weeën
   Echte weeën kun je herkennen aan het feit dat ze sterker en pijnlijker zijn dan de voorweeën. Ze komen steeds vaker en regelmatiger. Zolang je nog twijfelt of dat wat je voelt een wee is, is het nog geen echte wee. Bij een eerste kind duur het vanaf het moment dat je goede weeën hebt gemiddeld nog zo’n 12 uur voordat je mag gaan persen. Deze 12 uur zijn een richtlijn, het kan natuurlijk sneller gaan, maar daarentegen ook langer duren. Bij een tweede kindje gaat de ontsluiting vaak vlotter. De eerste vijf centimeters duren het langst, omdat de baarmoedermond behalve opengaat ook dunner en korter moet worden. Vaak gaan de laatste centimeters een stuk sneller, gemiddeld een centimeter per uur.