Aan de hand van de termijnecho is je vermoedelijke bevaldatum vastgesteld.  Maar 5% van de vrouwen bevalt ook écht op die datum. Als je geen gezondheidsproblemen hebt, mag je bevallen tussen de 37 en 42 weken zwangerschap.

Na de 42 weken ben je over tijd. Dit wordt ook serotien genoemd. Het percentage serotiene zwangeren schommelt tussen de 4 en 18%.

Je wordt dan door de verloskundige over gedragen aan de gynaecoloog. En krijgt dan een afspraak om je in het ziekenhuis ingeleid te worden.

Voorafgaand aan deze afspraak krijg je eerst een controle op de polikliniek. Deze afspraak wordt vaak gemaakt tussen 41 en 42 weken zwangerschap en wordt aan je doorgebeld.

Strippen

De verloskundige kan je ‘strippen’ om de kans op bevallen te vergroten. Via inwendig onderzoek onderzoekt ze of de baarmoedermond al soepel en is en of er al ontsluiting is. In dat geval kan je gestript worden. Bij het strippen woelt de verloskundige met haar vingers de vliezen van de baarmoedermond los. Hierbij komen hormonen vrij (prostaglandines). Deze hormonen versnellen de rijping van de baarmoedermond waardoor de bevalling op gang kan komen. Als het strippen effect heeft, krijg je binnen 20 uur weeën. Is dat niet het geval, dan kan het een tweede keer herhaald worden. Het strippen kan als vervelend ervaren worden maar soms voel je er weinig van.

Conclusies over strippen

• Uit Nederlandse onderzoek bleek dat strippen zinvol is tussen 41 en 42 weken zwangerschapsduur
• strippen maakt je baarmoedermond rijper
• na strippen is de kans groter dat je bevalling spontaan op gang komt
• vooral de eerste keer strippen is succesvol;
• op het vervolg van de bevalling heeft strippen geen invloed
• strippen op zich geeft geen risico’s; je kunt echter wel wat bloedverlies en pijnlijke harde buiken krijgen
• ook als je voor het eerst gaat bevallen, heeft strippen effect

Ziekenhuiscontrole

Tijdens de ziekenhuiscontrole meet de gynaecoloog je bloeddruk en voelt aan je buik. Ook maken ze in het ziekenhuis een CTG en een echo.  Daarnaast wordt er een inwendig onderzoek gedaan om te kijken naar de vorm waarop je ingeleid kunt worden.   

CardioTocoGrafie

Een CTG is een hartfilmpje van de baby dat de conditie toont. Hiervoor moet je op een bed gaan liggen en krijg je twee banden om je buik die twee knoppen op hun plek houden. Eén knop registreert de hartslag van de baby en de andere knop registreert (eventuele) weeënactiviteit (bijv. ook harde buiken). Een CTG duurt ongeveer een half uur, maar soms is het nodig om wat langer te blijven liggen, bijvoorbeeld als de baby slaapt.

Echo

Met een echo kijkt de gynaecoloog vervolgens naar de hoeveelheid vruchtwater. De placenta (moederkoek) kan aan het eind van de zwangerschap minder gaan werken en maakt dan minder vruchtwater aan. Omdat er minder bewegingsruimte is als er minder vruchtwater is, is het belangrijk dat je er goed op let of je het kindje nog goed voelt bewegen. De gynaecoloog zal dit ook aan je vragen.

 Als alle controles goed zijn, wordt er verder met je gesproken over de inleiding en wordt er een dag gepland.

Na deze controle in het ziekenhuis ga je gewoon weer naar huis. 

Inleiden van de bevalling

Inleiden is het kunstmatig opwekken van de bevalling. Je kan worden ingeleid bij een zwangerschap van meer dan 42 weken of als het niet goed gaat met jou of je baby. Je wordt dan doorverwezen naar een verloskundig team in het ziekenhuis waar een gynaecoloog en verloskundige deel van uit maken. Dit betekent dus dat je op medische indicatie in het ziekenhuis moet bevallen.

Als de baarmoedermond nog helemaal niet rijp is, wordt de inleiding gestart door vaginale tabletten of een ballonkatheter. Een ballonkatheter is een ballonnetje dat wordt opgeblazen in je baarmoedermond. Als je 2-3 centimeter ontsluiting hebt, is de baarmoedermond rijper is en wordt de inleiding gestart door het kunstmatig breken van vliezen en wordt er daarna een infuus met weeën opwekkende middelen gestart.

Stel je er niet op in dat je bij een inleiding direct gaat bevallen. Hoe je lichaam reageert op het inleiden, kan sterk verschillen. Als je baarmoedermond bij het inwendig onderzoek onrijp is, kan het enkele dagen duren voor de bevalling op gang komt. Als de inleiding start met het breken van de vliezen, dan wordt je baby vaak binnen 24 uur geboren.